Good practice - overlast
‘Wat kunnen wij doen tot er hulp is zodat het niet escaleert? We proberen in gesprek te blijven, er te zijn en mensen te horen. Het uitgangpunt is zelfredzaamheid. We helpen met het vinden van structuur in het dagelijkse leven en proberen het gedrag beheersbaar te houden.’
Gemeente Nijmegen gebruikt zorgteam en aparte vleugel om overlast tegen te gaan
De gemeente Nijmegen zag dat een aantal personen binnen de opvang voor overlast zorgde, vaak vanwege onderliggende problematiek. Het leidde tot onrust onder bewoners en legde bovendien veel druk bij locatiemanagers, die vaak niet geschoold zijn in deze problematiek. De gemeente stelde zichzelf daarom de vraag: hoe gaan we om met overlastgevende personen? En hoe kunnen we de locatiemanagers het beste ondersteunen?
Als antwoord hierop zette de gemeente een zorgteam op dat het zorgtraject oppakt. Het zorgteam bestaat inmiddels uit een team van casemanagers. Zij worden door de locatiemanager ingeschakeld als er signalen zijn dat iemand zorg nodig heeft. De casemanagers worden geleverd door STERKER, een organisatie met expertise binnen het maatschappelijk werk.
Lessen voor de opvang:
- Werk aan de onderliggende problemen van overlast
- Probeer met overlastgevende personen in gesprek te blijven en werk aan een dagritme
- Deel een aparte ruimte in binnen de opvang voor overlastgevende personen, weg van de medebewoners.
In aanvulling heeft de gemeente een aparte vleugel ingericht, de zogenaamde 0-vleugel; naar het feit dat die op de begane grond (‘de nulde verdieping’) ligt. Deze afdeling is voor personen die overlast veroorzaken en vaak niet goed voor zichzelf kunnen zorgen, meestal met achterliggende verslavings- of zwaardere ggz-problematiek. De bemensing van de 0-vleugel doet Iriszorg, een instelling voor verslavingszorg en maatschappelijke opvang. Zij zijn verantwoordelijk voor zowel de persoonlijke trajecten als de groepsdynamiek. Naast de casemanagers, zijn hier groepswerkers aanwezig die vergelijkbaar werk doen als ambulante zorg. Zij zorgen ervoor dat de bewoners van de 0-vleugel een dagritme hebben, hun afspraken met derden nakomen en ze hebben oog voor de groepsdynamiek. Dankzij de 0-vleugel kunnen overlastgevende personen onder begeleiding binnen de opvang blijven. Zo werkt men aan de achterliggende problemen, zonder dat andere bewoners overlast ervaren, of bewoners en medewerkers in onveiligheid zijn.
‘We zagen dat een aantal bewoners vanwege onderliggende problemen onrust veroorzaakte.’
De gemeente Nijmegen vangt 750 Oekraïners op. Daarnaast verblijven er nog 200 bij particulieren. Jessica Rijpstra, strategisch projectleider opvang bij gemeente Nijmegen, zag dat een aantal bewoners voor spanningen zorgden: ‘Als mensen met al hun ervaringen bij elkaar wonen, kan er onrust en zelfs onveilige situaties ontstaan. We zagen dat een aantal bewoners vanwege onderliggende problemen onrust veroorzaakte. De locatiemanagers die wij hebben, zijn niet opgeleid als zorgspecialist om individuele problematiek te tackelen, of te herkennen, laat staan door te verwijzen naar een juiste instelling in het zorgveld. Daarom zijn we zelf gaan bouwen en met STERKER in zee gegaan om de zorg te coördineren in de vorm van een zorgteam. We zien dat het zorgteam de locatiemanager ontzorgt zodat die weer bezig kan zijn met opvangzaken.’
‘We brengen het algemeen maatschappelijk werk op locatie.’
Het zorgteam bestaat uit een coördinator zorg en casemanagers van STERKER. Het team heeft een diverse achtergrond, met onder andere ervaring met verslavingsproblematiek, psychiatrie, jeugdzorg en cultuursensitief werken. Het team voert structureel overleg met de locatiemanagers en heeft spreektijd met bewoners. Jacqueline Siemons, projectondersteuner bij STERKER, licht toe hoe dit werkt: ‘De locatiemanager schakelt onze hulp in zodra er het vermoeden is dat iemand ondersteuning nodig heeft. Bijvoorbeeld als iemand te veel medicatie gebruikt, of een kind dat niet naar school gaat. Dan kijken wij wat iemand nodig heeft. Voor de een is een gesprek al voldoende. Een ander heeft opvoedondersteuning nodig, of moet worden doorverwezen naar een psycholoog. Dan kijken we wat passend is en welke zorgaanbieder het beste aansluit. Zo kunnen wij preventief en in een eerder stadium de hulpvraag achterhalen. We brengen het algemeen maatschappelijk werk op locatie.’
‘Wat kunnen wij doen tot er hulp is zodat het niet escaleert?’
Zodra het zorgteam is ingeschakeld, nemen zij het zorgtraject van een bewoner over. De eerste gesprekken zijn bedoeld om de hulpvraag te verduidelijken. Daarna kan de casemanager samen met de bewoner afspraken met de huisarts maken en/of een aanmelding doen voor een behandeling bij bijvoorbeeld een psycholoog. Het zorgteam is bekend met de sociale kaart van Nijmegen en helpt bewoners de weg te vinden binnen de reguliere zorg. Ze maken met de bewoners een plan met oog op normalisering maar, als dat nodig blijkt, ook naar begeleid wonen of maatschappelijke opvang. De casemanagers proberen de mensen in afwachting van een vervolgbehandeling zo goed mogelijk te ondersteunen, legt Jacqueline uit: ‘Wat kunnen wij doen tot er hulp is zodat het niet escaleert? We proberen in gesprek te blijven, er te zijn en mensen te horen. Het uitgangpunt is zelfredzaamheid. We helpen met het vinden van structuur in het dagelijkse leven en proberen het gedrag beheersbaar te houden.’
Vanwege bestaande problemen in de zorg kan het lang duren voordat iemand de specialistische zorg krijgt die hij of zij nodig heeft. Dit kan ertoe leiden dat iemands klachten verergeren en hij of zij overlast veroorzaakt. Jacqueline ziet dat de casemanagers aanlopen tegen problemen binnen het zorgsysteem vanwege wachtlijsten en complexe problematiek: ‘We liepen bijvoorbeeld vast op het niet kunnen doorverwijzen bij bewoners met een verslaving: de psychiater verwees naar de verslavingsklinieken en zij verwezen weer terug naar de psychiater. Daarnaast zijn er lange wachtlijsten. Het is dan echt moeilijk om hulp te krijgen. Sommige mensen lopen dronken rond en veroorzaken overlast. Wat kan je dan doen? Als je mensen eruit zet veroorzaken ze weer ergens anders overlast.’
‘Daarom hebben we een 0-vleugel ingedeeld zodat we deze mensen niet op straat hoeven en mogen zetten.’
De gemeente zag dat het in bepaalde gevallen niet altijd mogelijk is om gedrag beheersbaar te houden. Sommige bewoners zorgden, ondanks de ondersteuning van de casemanagers, toch voor overlast en onveilige situaties. Jessica vertelt dat de gemeente daarom een aanvullende oplossing moest bedenken: ‘Iemand kan heel depressief zijn, maar geen overlast veroorzaken voor anderen. Dan gaan we met het zorgteam kijken naar passende zorg. Maar als iemand drinkt en agressief wordt, dan moeten we daar iets mee. We zijn als gemeente immers verantwoordelijk voor de veiligheid op de locaties. Binnen de reguliere zorg krijgt iemand met een alcoholverslaving thuis ambulante zorg en is verder bijna niemand tot last. Maar in de opvang wonen zij met anderen en ontstaat er overlast. Zo iemand kunnen we dan niet op locatie houden. Daarom hebben we een 0-vleugel ingericht zodat we deze mensen niet op straat hoeven en mogen te zetten.’ teunen.
Zo wordt er gewerkt aan het bieden van perspectief binnen een veilige leefomgeving.
De 0-vleugel is een aparte afdeling binnen de opvang die is toebedeeld aan overlastgevende personen of bewoners die niet voor zichzelf kunnen zorgen. Voor deze doelgroep is de vleugel een plek waar ze kunnen zijn, tot dat er een doorverwijzing komt naar bijvoorbeeld begeleid wonen of de maatschappelijke opvang of weer terug kunnen naar de reguliere opvang. Zo is de bron van overlast uit de opvang weg. Dat zorgt voor rust bij de rest van de bewoners en het personeel dat werkt op de verschillende locaties.
Daarnaast werkt de gemeente ook aan de achterliggende oorzaak van overlast. Regelmatig kampen bewoners in de 0-vleugel namelijk met allerlei problemen: psychische problematiek, alcoholverslaving, drugsgebruik en agressief gedrag. De locatiemanagers zijn echter niet getraind om met deze problematiek om te gaan en het is ook niet hun taak om op individueel niveau problemen op te lossen, of bewoners naar de juiste instanties te verwijzen. Daarom heeft de gemeente, naast de maatschappelijk werkers van STERKER, de hulp ingeschakeld van IrisZorg, een instelling voor onder andere verslavingszorg en maatschappelijke opvang. Zij voorzien de 0-vleugel van casemanagers en groepswerkers met ervaring op het gebied van verslaving in de psychiatrie.
Met de 0-vleugel maakt de gemeente begeleid wonen voor Oekraïners mogelijk. De medewerkers van STERKER en IrisZorg kunnen hun expertise inzetten om de bewoners te ondersteunen en zorg te bieden waar mogelijk. Dit doen ze onder andere door mensen te helpen met het vinden van passende dagbesteding. Zo worden bewoners opgehaald door een Oekraïense werkbegeleider voor dagelijkse activiteiten. Zij gaan onder begeleiding aan het werk en voeren lichte taken uit, bijvoorbeeld het inpakken van dozen. Op deze manier werken zij aan een dagritme. Zo wordt er gewerkt aan het bieden van perspectief binnen een veilige leefomgeving.
‘Waar bij andere locaties mensen eruit vliegen omdat ze onbehandelbaar zijn, blijven ze bij ons zo lang mogelijk op locatie.’
Met het zorgteam en de 0-vleugel probeert de gemeente bewoners passende ondersteuning te bieden en zo overlast te voorkomen. Het blijft een uitdaging, maar Jacqueline ziet dat ze stappen maken: ‘Onze begeleiding heeft wisselend effect gehad tot nu toe, afhankelijk van de mate van verslaving. We hebben kleine succesjes gezien. Zo kwamen mensen voor de start van 0-vleugel na een kliniekopname terug naar de opvang, in een omgeving waar gedronken wordt door andere bewoners. Dan zag je mensen snel terugvallen. Nu is er meer begeleiding en kunnen we mensen sneller aanspreken als we signalen opvangen als het mis lijkt te gaan. Voor de mensen die uit andere Nijmeegse locaties gezet zijn zoeken we naar een ingang hoe we ze in beweging kunnen krijgen. Mensen zijn bereid het gesprek aan te gaan. Waar bij andere locaties mensen eruit vliegen omdat ze onbehandelbaar zijn, blijven ze bij ons zo lang mogelijk op locatie. Daarnaast ondersteunen we locatiemanagers en beveiligers in de benadering van bewoners en richten we ons op de problematiek in plaats van beheersbaarheid. Dat maakt dat we als team samenwerken ten behoeve van de bewoners. En door als zorgteam wekelijks met de locatiemanagers om de tafel te zitten helpen wij hen om zorgen rondom bewoners eerder te bespreken. Dat kan preventief werken.’
De gemeente Nijmegen zet zich in om mensen zo goed mogelijk te ondersteunen op locatie. Door de samenwerking met STERKER en IrisZorg is expertise in huis gehaald zodat zij met bewoners kunnen werken aan achterliggende problematieken. Niet alleen om overlast tot een minimum te beperken, maar ook om bewoners perspectief te bieden.